Jean Adolphe Dereux: een genie met een droom

J.A: Dereux ontwikkelde rond 1950 een elektrostatisch orgel. De geluiden worden geproduceerd in een toongenerator met 12 toonwielen die gesampelde geluidsopnames van kerkorgels aftasten. Deze opnames heeft hij gemaakt van orgels die door Cavallé-Coll gebouwd zijn.

Feitelijk is Dereux de vader van de sample techniek.

Een geweldig instrument, maar er waren problemen...

Sommige kerkelijke autoriteiten waren fel tegen deze vernieuwing

Hieronder een artikel over deze zaak, waarin kerkelijke instituten in Duitsland het inzetten van de Dereux orgels verboden...Het was heiligschennis!

("Der Spiegel"  December 1962)

Vertaling:

 

Geconserveerde pijpen

Dit voorjaar zaten twee experts van Pianobouwbedrijf Steinway & Sons geblinddoekt in een zaal

in de Belgische Abdij van Averbode. Ze luisterden naar orgelmuziek. Het kwam de ene keer van een traditioneel type gebouwd pijporgel, een andere keer van een kleine vijfkwart meter breed instrument dat was aangesloten op een stopcontact. Resultaat: De gasten uit Hamburg konden geen verschil horen tussen de twee instrumenten.

 

Het kleinere en veel goedkopere instrument reproduceert dan ook klanken van echte pijporgels. Maar dan zonder pijpen. De opnames zijn van het elektrostatisch type - vergelijkbaar met een bandopname, en kunnen worden opgeroepen door de toetsen en pedalen te bedienen.

Het experiment in de Abdij van Averbode overtuigde de vertegenwoordigers van Steinway zodanig dat de vennootschap de distributierechten op het nieuwe orgel heeft verworven voor de

Bondsrepubliek. 

 

Fabrikant en uitvinder van het naar hem genoemde orgel is de Parijse ingenieur Dr. Jean-Adolphe Dereux. Jarenlang heeft Dereux zijn plan nagestreefd om een instrument te ontwikkelen dat goedkoper is om te produceren en veel eenvoudiger is te installeren dan een conventioneel pijporgel.  Maar wel met de klankkwaliteit van het traditionele instrument.

 

Dereux nam via een microfoon tonen van orgels op, waaronder instrumenten van de Parijse orgelbouwer Cavaillé-Coll. Hij registreerde deze tonen met een oscilloscoop om deze vervolgens met zilverlegeringen op ronde plastic schijven over te brengen. Een scanapparaat zet ze weer om in geluiden zodra de speler de toetsen van het Dereux-orgel indrukt. De registratie komt exact overeen met de registratie van pijporgels.

 

In tegenstelling tot conventionele orgels is de opstelling van het door Dereux gepatenteerde instrument nauwelijks problematisch. Waar normaal enkele orgelbouwers maanden moeten werken aan een middelgroot conventioneel orgel (prijs: ongeveer 45.000 tot 60.000 mark), hoeft het Dereux-orgel met een gewicht van ongeveer 90 kilogram (prijs: 12.000 Mark) slechts door twee arbeiders op de juiste plaats gezet  te worden en aan het stopcontact worden aangesloten. 

Een conventioneel instrument wordt gemiddeld twee keer per jaar gestemd, het Dereux-orgel

heeft geen onderhoud nodig.

 

Omdat de uitvinding van Dereux in de Verenigde Staten, maar ook in West-Europa goed werd verkocht, dacht Steinway ook goede zaken in de Bondsrepubliek te doen. Het hoofd van de Orgelafdeling rekende uit:  “Jaarlijks worden in de Bondsrepubliek ongeveer driehonderdvijftig nieuwe kerken, kapellen en parochiezalen gepland”. Vooral in kleinere gemeenschappen die zich geen duur orgel kunnen veroorloven, en ook niet tevreden zijn met een harmonium, dat aan klankrijkdom ver achterblijft op het pijporgel, zag het bedrijf Steinway goede verkoopmogelijkheden.

 

Steinway had echter niet verwacht dat de kantoren van de staatskerk en andere kerkelijke entiteiten elektronisch gegenereerde of elektrostatisch bewaarde muziek voor liturgisch gebruik blijkbaar als een soort heiligschennis beschouwden. In feite hebben de evangelische kerkleiders van Beieren, Bremen, Hamburg, Westfalen en Berlijn jarenlang hun parochies gewaarschuwd om elektronische orgels aan te schaffen. En de kerken van Württemberg, Lippe en Kurhessen-Waldeck hebben de aankoop van dergelijke Instrumenten direct verboden. Waarschuwingen en verboden dus ook op instrumenten, die een vergelijkbaar of identiek geluid geven als dat van een pijporgel.

 

Op een conferentie van de Evangelische Academie in Berlijn vorig jaar november ging het over de vraag "Elektronische muziek in kerkdiensten?”

Een panellid adviseerde dat er in principe geen bezwaren waren tegen technische innovaties, zoals de introductie van de elektrische licht, maar dat de altaarkaarsen nooit konden worden vervangen door elektriciteit omdat het hun taak niet is om te verlichten. 

Het pijporgel, legde de theologisch adviseur uit, is niet de plafondverlichting in de kerken, maar zijn feitelijk de altaarkaarsen.

 

Zo werd het ook het Dereux orgel van Steinway -ondanks het afwijkend principe- tot de elektronische instrumenten gerekend. Het werd zelfs niet mogelijk, reclame te maken in het tijdschrift "Der Kirchenmusiker”; het officiële orgaan van het Centraal Bureau voor Protestantse Kerkmuziek.

Zij stuurden een advertentieopdracht terug met de opmerking: “De regionale kerken verbieden het gebruik van elektronische orgels in kerken.” Orgels van Dereux: elektronische heiligschennis!

Biografie

door Aadriejan MONTENS

 

Jean-Adolphe Dereux, geboren op 10 juli 1911 in Denain, begon zijn technische opleiding aan de École Nationale Professionnelle in Armentières als beursstudent tussen 1924 en 1928.

Vervolgens studeerde hij natuurkunde bij brief aan de Ecole Spéciale des Travaux Publics (ESTP) van 1929 tot 1930, terwijl hij tegelijkertijd inspectiewerkzaamheden verrichtte aan transformator- en motorplatforms in een industrie in Saint-Ouen.

 

Op 20-jarige leeftijd werd hij lid van een laboratorium aan de Franse faculteit voor ingenieurswetenschappen in Beiroet, Libanon, waar hij tot 1931 bleef.

 

Hij vervolgde zijn carrière als technisch directeur in de radio-afdeling van de Franse vioolbouwer Laberte et Magnie in Mirecourt van 1932 tot 1933. Daarna richtte hij zijn eigen laboratorium op waar hij radio's bleef bouwen, nog steeds in Mirecourt, van 1933 tot hij werd gemobiliseerd voor de Tweede Wereldoorlog.

In deze jaren verrichtte hij onderzoek op het gebied van de elektro-akoestische transformatie van oscillaties en de voortplanting van geluid in gesloten ruimten, wat enkele jaren later het onderwerp zou worden van zijn universitaire dissertatie.

 

Het bedrijf Synthèses Sonores werd in 1946 opgericht door Jean-Adolphe in samenwerking met professor Eugène Huguenard van het Conservatoire National des Arts et des Métiers (CNAM), met wie hij ook samenwerkte aan zijn theorie over pre-verberatie en metingen in galmende ruimten.

 

Op 17 juni 1953 behaalde hij de titel van doctor aan de universiteit van Parijs (Sorbonne) door twee proefschriften te verdedigen, namelijk "de analyse en rationele synthese van klanken in galmende ruimten" door de presentatie van het elektrostatische synthese-orgel (het eerste opname-orgel), alsmede "de vaststelling en rechtvaardiging van een vibrato van frequentie".

 

Jean-Adolphe Dereux verwierf aan het eind van zijn carrière een groot aantal octrooien, waaronder een theorie van de prereverberatie, de responscurve van galmende ruimten, periodiciteitsvoorwaarden in hoorns, virtuele hoorns, en meer dan een dozijn octrooien voor Dereux elektrostatische orgels.

 

Hij overleed op 24 augustus 1979 in Brou-sur-Chantereine, waarschijnlijk ten gevolge van een verkeersongeval waarbij hij als voetganger werd aangereden. 

Handgeschreven manuscript uit 1959 

Document fourni par Aadriejan Montes
Document fourni par Aadriejan Montes
Paris, 123 Rue Oberkampf. Hier war Dereuxʼ Unternehmen „Syntheses Sonores“ angesiedelt (Google Streetview)
Paris, 123 Rue Oberkampf. Hier war Dereuxʼ Unternehmen „Syntheses Sonores“ angesiedelt (Google Streetview)
According to the above patent text, Dereux's residential address would be this house. (Google Maps)
According to the above patent text, Dereux's residential address would be this house. (Google Maps)

Biografie

door Aadriejan Montens

 

Jean-Adolphe Dereux, geboren op 10 juli 1911 in Denain, begon zijn technische opleiding aan de École Nationale Professionnelle in Armentières als beursstudent tussen 1924 en 1928.

Vervolgens studeerde hij natuurkunde bij brief aan de Ecole Spéciale des Travaux Publics (ESTP) van 1929 tot 1930, terwijl hij tegelijkertijd inspectiewerkzaamheden verrichtte aan transformator- en motorplatforms in een industrie in Saint-Ouen.

 

Op 20-jarige leeftijd werd hij lid van een laboratorium aan de Franse faculteit voor ingenieurswetenschappen in Beiroet, Libanon, waar hij tot 1931 bleef.

 

Hij vervolgde zijn carrière als technisch directeur in de radio-afdeling van de Franse vioolbouwer Laberte et Magnie in Mirecourt van 1932 tot 1933. Daarna richtte hij zijn eigen laboratorium op waar hij radio's bleef bouwen, nog steeds in Mirecourt, van 1933 tot hij werd gemobiliseerd voor de Tweede Wereldoorlog.

 

In deze jaren verrichtte hij onderzoek op het gebied van de elektro-akoestische transformatie van oscillaties en de voortplanting van geluid in gesloten ruimten, wat enkele jaren later het onderwerp zou worden van zijn universitaire dissertatie.

 

Het bedrijf Synthèses Sonores werd in 1946 opgericht door Jean-Adolphe in samenwerking met professor Eugène Huguenard van het Conservatoire National des Arts et des Métiers (CNAM), met wie hij ook samenwerkte aan zijn theorie over pre-verberatie en metingen in galmende ruimten.

 

Op 17 juni 1953 behaalde hij de titel van doctor aan de universiteit van Parijs (Sorbonne) door twee proefschriften te verdedigen, namelijk "de analyse en rationele synthese van klanken in galmende ruimten" door de presentatie van het elektrostatische synthese-orgel (het eerste opname-orgel), alsmede "de vaststelling en rechtvaardiging van een vibrato van frequentie".

 

Jean-Adolphe Dereux verwierf aan het eind van zijn carrière een groot aantal octrooien, waaronder een theorie van de prereverberatie, de responscurve van galmende ruimten, periodiciteitsvoorwaarden in hoorns, virtuele hoorns, en meer dan een dozijn octrooien voor Dereux elektrostatische orgels.

 

Hij overleed op 24 augustus 1979 in Brou-sur-Chantereine, waarschijnlijk ten gevolge van een verkeersongeval waarbij hij als voetganger werd aangereden. 

Paris, 123 Rue Oberkampf. Hier had Dereux vermoedelijk zijn 'Synthese Sonore' bedrijf. (Google Streetview)
Paris, 123 Rue Oberkampf. Hier had Dereux vermoedelijk zijn 'Synthese Sonore' bedrijf. (Google Streetview)

Vrienden van Dereux orgels

De restauratie van Dereux orgels is nauwelijks een stap voor de mensheid, maar een mooie stap voor ons erfgoed.


Het Musée deOrgues Dereux bedankt zijn enthousiaste supporters:

 

Ondřej Kabrna: meesterlijk in muziek en electronica, www.ondrejkabrna.com

Jean-Sébastien Borghetti: Professor in Rechten aan de Panthéon-Assas Universiteit in Parijs, doneerde de 'Dereux from Paris'.

Therese Härtel: Doneerde de  'Dereux uit Berlin'.

Pieter de Jong: Ervaren Dereux kenner, gaf vele waardevolle informaties en tips.

Wim Verhulst: Staflid van het Musical Instruments Museum in Brussel, hielp met informatie en contacten: www.mim.be/nl

Marc Delhaye: Was professor aan the universiteit van Mons in Belgie, initiateerde een Dereux restauratie project aldaar.

Beatrix Kersten: Filosoof en taalkundige, research, vertalingen en textondersteuning: www.sprachgitter.eu

Aadriejan Montens: Musicology student at the Université Catholique de Louvain, university thesis about the Dereux organ. Donated many valuable documents.

Thierry Correard: Sectormanager voor audiovisueel, film en opgenomen muziek bij de Direction Générale des Entreprises (Ministerie van Economie en Financiën), organist, orgelexpert en liefhebber van Dereux. https://www.facebook.com/thierry.correard.organiste

 

We blijven zoeken naar gelijkgestemde medemensen, contact ons!